Vu l'article 8, § 2, alinéa 3, de la loi générale du 21 juillet 1844, les suppléments de traitement visés à l'article 360bis du Code judiciaire ne peuvent être pris en considération pour le calcul des pensions que pour autant qu'ils soient restés inchangés après le 31 décembre 1998.
Gelet op voornoemd artikel 8, § 2, derde lid, van de algemene wet van 21 juli 1844, mogen de in artikel 360bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalde weddenbijslagen slechts in aanmerking genomen worden voor de berekening van de pensioenen, voor zover zij na 31 december 1998 ongewijzigd zijn gebleven.