L'admission d'une variété peut être renouvelée par une période de cinq ans si l'importance de son maintien en culture le justifie, ou si elle doit être maintenue aux fins de conservation des ressources génétiques de plantes, et pour autant que les conditions prévues pour la distinction, l'homogénéité et la stabilité, ou les critères fixés conformément à l'article 21, soient toujours remplis.
De toelating van een ras kan telkens voor een termijn van vijf jaar worden verlengd, wanneer dit gerechtvaardigd is op grond van het belang van de handhaving van de teelt ervan of op grond van het belang van de instandhouding van de plantaardige genetische hulpbronnen, en voor zover het ras nog steeds voldoet aan de voorwaarden inzake onderscheidbaarheid, homogeniteit en bestendigheid, of aan de criteria vastgesteld in het kader van artikel 21.