11. invite tous les États membres à contribuer à la prévention de la torture et des autres traitements ou sanctions cruels, inhumains ou dégradants, et à superviser l'assistance technique apportée aux pays tiers, afin d'éviter que celle-ci ne soit détournée pour produire des biens destinés à être utilisés pour infliger la peine de mort, des tortures ou d'autres traitements ou sanctions cruels, inhumains ou dégradants;
11. verzoekt alle lidstaten, om bij te dragen tot de voorkoming van foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, technische ondersteuning aan derde landen te controleren om te voorkomen dat deze technische ondersteuning wordt misbruikt voor de productie van goederen die voor de doodstraf, voor foltering of voor andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing worden gebruikt;