« En cas de dissolution du régime par décès, le conjoint survivant peut, aux conditions prévues à l'article 728, perdre tous les avantages matrimoniaux consentis à son profit s'il s'est rendu coupable d'un des faits énumérés à l'article 727, sans qu'il soit toutefois porté préjudice aux droits acquis entre-temps par des tiers de bonne foi».
« Bij ontbinding van het stelsel door overlijden kunnen, onder de voorwaarden in artikel 728, alle huwelijksvoordelen voor de langstlevende echtgenoot vervallen zo deze zich heeft schuldig gemaakt aan één van de feiten opgesomd in artikel 727, zonder dat hierdoor nochtans afbreuk wordt gedaan aan de intussen verkregen rechten van te goeder trouw zijnde derden».