Les Chefs d'Etat ou de gouvernement demandent à la conférence d'examiner si et de quelle manière il est possible d'introduire des règles, soit de portée générale, soit applicables à des domaines particuliers, permettant à un certain nombre d'Etats membres d'instaurer une coopération renforcée, ouverte à tous, compatible avec les objectifs de l'Union, tout en préservant l'acquis communautaire, en évitant la discrimination et les distorsions de concurrence et en respectant le cadre institutionnel unique.
De Staatshoofden en Regeringsleiders verzoeken de Conferentie na te gaan of en hoe er voorschriften van algemene aard of op specifieke gebieden moeten worden ingevoerd om een aantal Lid-Staten in staat te stellen een nauwere samenwerking tot stand te brengen waaraan allen kunnen deelnemen, die verenigbaar is met de doelstellingen van de Unie, en die tegelijk het "acquis communautaire" behoudt, discriminatie en concurrentievervalsing voorkomt en het ene institutionele kader onverlet laat.