Si, conformément aux dispositions de l'article 2, les communes lèvent l'impôt sur les biens immeubles bâtis sur la base du revenu cadastral indexé, elles sont tenues de réduire leur taxe communale additionnelle à l'impôt des personnes physiques ou leurs centimes additionnels au précompte immobilier, ou même ces deux impôts en même temps, de manière que le produit global des deux derniers impôts cités, ajouté à celui de l'impôt visé à l'article 2, ne soit pas supérieur au produit des deux derniers impôts cités, pour l'année précédant l'instauration de l'impôt visé à l'article 2, adapté à l'évolution de l'indice des prix à la consommation du Royaume.
Wanneer de gemeenten overeenkomstig de bepalingen van artikel 2, de belasting op de gebouwde onroerende goederen, op basis van het geïndexeerde kadastraal inkomen heffen, zijn zij gehouden, hetzij hun aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting, hetzij hun opcentiemen op de onroerende voorheffing, hetzij deze beide samen, aldus te verminderen dat de globale ontvangst van de twee laatstvermelde belastingen samen met de in artikel 2 bedoelde belasting, niet meer bedraagt dan de opbrengst van die twee laatstvermelde belastingen, voor het jaar voorafgaand aan de invoering van de in artikel 2 bedoelde belasting, aangepast aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk.