25. estime que, pour augmenter la compétitivité des entreprises sociales au sein de l'Union, il convient de favoriser la construction de pôles d'innovation sociale dont la valeur ajoutée ne soit pas seulement locale; considère également que, si elles reçoivent des incitations adéquates, les entreprises sociales peuvent être précieuses pour l'emploi des travailleurs qualifiés de 50 ans et plus qui ont quitté le marché du travail;
25. is van mening dat het, om de concurrentiekracht van sociale ondernemingen in de gehele EU te vergroten, noodzakelijk is de totstandbrenging te bevorderen van sociale innovatieclusters, waarvan de toegevoegde waarde het lokale niveau overstijgt; is bovendien van oordeel dat sociale ondernemingen, met behulp van passende stimulansen, van essentieel belang kunnen zijn voor de werkgelegenheid van gekwalificeerde werknemers ouder dan 50 jaar die de arbeidsmarkt hebben verlaten;