Le soja transgénique est demeuré la principale culture génétiquement modifiée en 2005, avec 54,4 millions d'hectares (60 % de la superficie globale des cultures génétiquement modifiées), suivi par le maïs (21,2 millions d'hectares, soit 24 %), le coton (9,8 millions d'hectares, soit 11%) et le colza (4,6 millions d'hectares, soit 5 % de la superficie globale des cultures génétiquement modifiées).
GG-sojabonen waren ook in 2005 het voornaamste GG-gewas en namen 54,4 miljoen hectaren in (60% het wereldwijde GG-areaal), gevolgd door maïs (21,2 miljoen hectaren ofwel 24%), katoen (9,8 miljoen hectaren ofwel 11%) en raapzaad (4,6 miljoen hectaren ofwel 5% van het wereldwijde GG-areaal).