Mais après une période d'assainissement budgétaire entre 1996 et 2001, qui a permis de passer d'un déficit public d'environ 5 % du PIB à un solde nettement excédentaire, le Royaume-Uni a mis en œuvre la forte augmentation programmée des dépenses publiques, notamment en termes d'investissements publics, ce qui s'est traduit par l'apparition d'un déficit public de plus de 3 % du PIB en 2004.
Na een periode van begrotingsconsolidatie tussen 1996 en 2001, toen het overheidstekort werd omgebogen van een tekort van ongeveer 5 % van het BBP in een ruim overschot, heeft het Verenigd Koninkrijk de voorgenomen aanzienlijke verhoging van de overheidsuitgaven, met inbegrip van de overheidsinvesteringen, ten uitvoer gelegd waardoor het overheidssaldo veranderde in een tekort van meer dan 3 % van het BBP in 2004.