Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "son arrêt 202 2004 " (Frans → Nederlands) :

Par son arrêt n° 202/2004, du 21 décembre 2004, la Cour a annulé l'alinéa 3 précité de l'article 28septies du Code d'instruction criminelle, de même que les articles 56bis, alinéa 2, et 89ter du même Code, en ce qu'ils peuvent être appliqués en combinaison avec l'article 28septies précité.

Bij zijn arrest nr. 202/2004 van 21 december 2004 heeft het Hof het voormelde derde lid van artikel 28septies van het Wetboek van strafvordering vernietigd, alsmede de artikelen 56bis, tweede lid, en 89ter van hetzelfde Wetboek, in zoverre zij kunnen worden toegepast in samenhang met het voormelde artikel 28septies.


Comme la Cour l'a jugé par son arrêt n° 202/2004 précité, la perquisition, l'écoute et l'enregistrement des communications, l'observation effectuée à l'aide de moyens techniques afin d'avoir une vue dans une habitation et le contrôle visuel discret sont des mesures comparables en ce qui concerne l'ingérence dans le droit au respect de la vie privée qu'elles occasionnent.

Zoals het Hof heeft geoordeeld bij zijn voormelde arrest nr. 202/2004, zijn de huiszoeking, het afluisteren en opnemen van communicatie, de observatie met gebruik van technische hulpmiddelen om zicht te verwerven in een woning en de inkijkoperatie maatregelen die vergelijkbaar zijn wat betreft de inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven die zij teweegbrengen.


Le recours aux indicateurs n'est pas non plus « ordonné » par une autorisation et la chambre des mises en accusation ne dispose pas d'une possibilité de contrôle en vertu de l'article 235ter pour des raisons déjà détaillées dans l'exposé des motifs de la loi du 27 décembre 2005 et confirmées par la Cour constitutionnelle dans son arrêt 202/2004 du 21 décembre 2004, où la teneur du dossier confidentiel est examinée en détail.

Informantenwerking wordt ook niet « bevolen » door een machtiging, en er is geen controlemogelijkheid door de Kamer van Inbeschuldigingstelling op basis van artikel 235ter, om redenen die al gedetailleerd uit de doeken gedaan zijn in de memorie van toelichting bij de wet van 27 december 2005, en die bevestigd zijn door het Grondwettelijk Hof in haar arrest 202/2004 van 21 december 2004, waarin de inhoud van het vertrouwelijk dossier uitgebreid besproken werd.


Dans son arrêt 202/2004 du 21 décembre 2004, la Cour d'arbitrage a considéré que les dispositions de la loi du 6 janvier 2003 relative aux méthodes particulières de recherche, organisant le contrôle d'un juge indépendant et impartial sur la légalité de la mise en œuvre de ces méthodes de recherche, étaient insuffisantes en raison de l'existence d'un dossier confidentiel et séparé, géré par le procureur du Roi, et du caractère trop limité du contrôle juridictionnel.

Het Arbitragehof heeft in zijn arrest 202/2004 van 21 december 2004 gewezen dat de bepalingen van de wet van 6 januari 2003 betreffende de bijzondere opsporingsmethoden en enige andere onderzoeksmethoden die voorzien in de controle van een onafhankelijke en onpartijdige rechter op de wettigheid van de aanwending van deze opsporingsmethodes, ontoereikend waren wegens het bestaan van een vertrouwelijk en afzonderlijk, door de procureur des Konings beheerd, dossier en doordat de rechterlijke controle te beperkt was.


Le recours aux indicateurs n'est pas non plus « ordonné » par une autorisation et la chambre des mises en accusation ne dispose pas d'une possibilité de contrôle en vertu de l'article 235ter pour des raisons déjà détaillées dans l'exposé des motifs de la loi du 27 décembre 2005 et confirmées par la Cour constitutionnelle dans son arrêt 202/2004 du 21 décembre 2004, où la teneur du dossier confidentiel est examinée en détail.

Informantenwerking wordt ook niet « bevolen » door een machtiging, en er is geen controlemogelijkheid door de Kamer van Inbeschuldigingstelling op basis van artikel 235ter, om redenen die al gedetailleerd uit de doeken gedaan zijn in de memorie van toelichting bij de wet van 27 december 2005, en die bevestigd zijn door het Grondwettelijk Hof in haar arrest 202/2004 van 21 december 2004, waarin de inhoud van het vertrouwelijk dossier uitgebreid besproken werd.


2. Dans son arrêt nº 202/2004 du 21 décembre 2004, la Cour d'arbitrage a jugé ce qui suit:

2. In arrest 202/2004 van 21 december 2004, heeft het Arbitragehof het volgende geoordeeld :


2. Dans son arrêt nº 202/2004 du 21 décembre 2004, la Cour d'arbitrage a jugé ce qui suit:

2. In arrest 202/2004 van 21 december 2004, heeft het Arbitragehof het volgende geoordeeld :


Arrêt du Tribunal (septième chambre) du 13 avril 2011 – Deichmann/OHMI (Représentation d’un chevron bordé de pointillés) (affaire T-202/09)

Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 13 april 2011 – Deichmann/BHIM (Weergave van een chevron omboord met stippellijnen)


EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 62009TJ0202 - EN - Arrêt du Tribunal (septième chambre) du 13 avril 2011. Deichmann SE contre Office de l’harmonisation dans le marché intérieur (marques, dessins et modèles) (OHMI). Marque communautaire - Enregistrement international désignant la Communauté européenne - Marque figurative représentant un chevron bordé de pointillés - Motif absolu de refus - Absence de caractère distinctif - Article 7, paragraphe 1, sous b), du règlement (CE) nº 40/94 [devenu article 7, para ...[+++]

EUROPA - EU law and publications - EUR-Lex - EUR-Lex - 62009TJ0202 - EN - Arrest van het Gerecht (Zevende kamer) van 13 april 2011. Deichmann SE tegen Bureau voor harmonisatie binnen de interne markt (merken, tekeningen en modellen) (BHIM). Gemeenschapsmerk - Internationale inschrijving waarin Europese Gemeenschap wordt aangewezen - Beeldmerk dat chevron omboord met stippellijnen weergeeft - Absolute weigeringsgrond - Ontbreken van onderscheidend vermogen - Artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 40/94 [thans artikel 7, lid 1, sub b, van verordening (EG) nr. 207/2009]. Zaak T-202 ...[+++]


Il s’agit de la perception présumée d’un consommateur moyen desdits produits ou services, normalement informé et raisonnablement attentif et avisé [voir, en ce sens, à propos de l’article 3, paragraphe 1, sous b), de la première directive 89/104/CEE du Conseil, du 21 décembre 1988, rapprochant les législations des États membres sur les marques (JO 1989, L 40, p. 1), disposition qui est identique à l’article 7, paragraphe 1, sous b), du règlement n° 40/94, arrêt du 12 février 2004 ...[+++] Henkel, C‑218/01, non encore publié au Recueil, point 50, et jurisprudence citée; voir également arrêt du 29 avril 2004, Henkel/OHMI, C‑456/01 P et C‑­457/01 P, non encore publié au Recueil, point 35, et jurisprudence citée].

Van belang is de vermoedelijke verwachting van de normaal geïnformeerde, redelijk omzichtige en oplettende, gemiddelde consument van de betrokken waren of diensten [zie in die zin, met betrekking tot artikel 3, lid 1, sub b, van de Eerste richtlijn 89/104/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten (PB 1989, L 40, blz. 1), welke bepaling identiek is aan artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94, arrest van 12 februari 2004, Henkel, C‑218/01, Jurispr. blz. I‑0000, punt 50, en aldaar aangehaalde rechtspraak; zie ook arrest van 29 april ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : son arrêt     arrêt n° 202 2004     visuel discret     dans son arrêt     décembre     son arrêt 202 2004     insuffisantes en raison     arrêt nº 202 2004     arrêt     pointillés affaire t-202     avril     paragraphe 1 sous     2009 affaire t-202     sens     février     


datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

son arrêt 202 2004 ->

Date index: 2024-01-26
w