2. Si une autorité désignée fixe, conformément à l'article 136, paragraphe 4, de la présente directive, un taux de coussin contracyclique supérieur à 2,5 % du montant total d'e
xposition au risque calculé conformément à l'article 92, paragraphe 3, du règlement (UE) no 575/2013, les États membres veillent à ce que les taux de coussin cont
racyclique suivants soient appliqués aux expositions de crédit pertinentes situées da
ns l'État membre de cette autorité ...[+++]désignée (ci-après dénommé "État membre A") aux fins du calcul requis en vertu du paragraphe 1, et, le cas échéant, du calcul de l'élément des fonds propres consolidés correspondant à l'établissement concerné:2. Indien een aangewezen autoriteit overeenkomstig artikel 136, lid 4, een contracyclisch bufferpercentage heeft bepaald van meer dan 2,5 % van het in overeenstemming met artikel 92, lid 3, van Verordening (EU) nr. 575/2013 berekende totaal van de risicoposten, zorgen de lidstaten ervoor dat de volgende bufferpercentages van toep
assing zijn op de relevante kredietblootstellingen die gesitueerd zijn in de lidstaat van die aangewezen autoriteit ("lidstaat A"), voor de in lid 1 voorgeschreven berekening, waaronder ook, in voorkomend geval, de berekening van het gedeelte van het geconsolideerde kapitaal dat op de betrokken instelling betrekk
...[+++]ing heeft: