Par son arrêt n° 69/2002, rendu le 28 mars 2002, la Cour a constaté que ' si l'institution de la caution implique qu'elle reste, en règle, tenue de son cautionnement lorsque le failli est déclaré excusable, il n'est pas [.] justifié de ne [pas] permettre [.] qu'un juge puisse apprécier s'il n'y a pas lieu de la décharger, en particulier en ayant égard au caractère désintéressé de son engagement ' (B.11).
Bij zijn arrest nr. 69/2002 van 28 maart 2002, heeft het Hof vastgesteld dat, ' ook al impliceert de regeling van de borg dat hij in principe tot zijn borgtocht gehouden blijft wanneer de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, [.] het [.] onverantwoord [is] dat een rechter [niet] wordt toegestaan te beoordelen of er geen aanleiding is om hem te bevrijden, in het bijzonder wanneer zijn verbintenis van belangeloze aard is ' (B.11).