G. considérant que les féminicides ne peuvent s'expliquer exclusivement par un "climat de violence généralisée", mais qu'il convient également de tenir compte de la discrimination et du contexte socio-économique local, défavorable aux femmes – et encore plus aux femmes indigènes –, ainsi que des niveaux élevés de pauvreté, de la dépendance économique des femmes, des gangs et du non démantèlement des corps illégaux et des appareils clandestins de sécurité,
G. overwegende dat de vrouwenmoorden niet uitsluitend kunnen worden verklaard op grond van een “algemeen klimaat van gewelddadigheid”, maar dat er ook rekening dient te worden gehouden met discriminatie, de voor vrouwen ongunstige lokale sociaal-economische context – zeker voor inheemse vrouwen –, de grote armoede, de economische afhankelijkheid van vrouwen, de straatbendes en het feit dat illegale organisaties en clandestiene beveiligingsapparaten niet worden ontmanteld,