Le ministre ou son délégué peut en outre, au cours des dix années suivant la demande d’autorisation de séjour, mettre fin au séjour de l’étranger et lui donner l’ordre de quitter le territoire, lorsque celui-ci a obtenu l’autorisation de séjour sur la base de faits présentés de manière altérée ou qu’il a dissimulés, de fausses déclarations ou de documents faux ou falsifiés, qui ont été déterminants dans l’octroi de l’autorisation».
De minister of zijn gemachtigde kan bovendien, gedurende een periode van tien jaar die volgen op de aanvraag tot machtiging tot verblijf, een einde stellen aan het verblijf van de vreemdeling en hem het bevel geven het grondgebied te verlaten, wanneer hij deze machtiging bekomen heeft op grond van feiten die hij verkeerd heeft weergegeven of achtergehouden of van valse verklaringen, of van valse of vervalste documenten die van doorslaggevend belang zijn geweest voor de toekenning van de machtiging».