“Art. 189. Par dérogation à l’article 37/2 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail, le travailleur mis à la disposition d’un utilisateur dans le cadre de la présente loi qui, avant son engagement, était demandeur d’emploi inoccupé de longue durée, bénéficiaire du revenu d’intégration sociale ou bénéficiaire de l’aide sociale financière, à l’exception des travailleurs chargés de la direction et de la surveillance des autres travailleurs mis à la disposition de l’utilisateur, peut mettre fin au contrat de travail visé à l’article 188, moyennant un préavis de sept jours suivant la notification.
“Art. 189. In afwijking van artikel 37/2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, kan de werknemer die ter beschikking is gesteld van een gebruiker in het kader van deze wet die, voor zijn aanwerving, langdurig niet-werkende werkzoekende, begunstigde van het leefloon of gerechtigde van financiële sociale bijstand was, met uitzondering van de werknemers belast met de leiding of het toezicht op andere werknemers ter beschikking gesteld van de gebruiker, een einde maken aan de arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 188, mits een opzeggingstermijn van zeven dagen die aanvangt op de dag volgend op de betekening.