Dans l'espèce dans laquelle a été rendu l'arrêt du 26 juin 2003, lequel, nonobstant la connexité entre créances, refuse à un assureur le droit d'opposer au cessionnaire du portefeuille d'un courtier failli réalisé par son curateur la compensation entre sa créance du chef de primes et sa dette du chef de commissions de courtage, la question de l'opposabilité audit curateur de l'interdiction de cession du portefeuille stipulée dans le contrat conclu entre l'assureur et son courtier pour le cas où celui-ci serait déclaré en faillite en étant débiteur est ainsi centrale.
Het arrest van 26 juni 2003 staat, niettegenstaande de samenhang van de schuldvorderingen, niet toe dat een verzekeraar de schuldvergelijking van de aan hem verschuldigde premies met de door hem verschuldigde makelaarscommissies tegenwerpt aan degene die de portefeuille van een failliete makelaar via de curator heeft overgenomen. Centraal staat hier dus de vraag of het beding in de overeenkomst tussen de verzekeraar en zijn makelaar, dat die laatste verbiedt zijn portefeuille over te dragen wanneer hij failliet wordt verklaard terwijl hij nog schulden heeft, aan de curator kan worden tegengeworpen.