À cet égard, il convient de faire une distinction entre, d'une part, les décisions que le président prend en vertu de son pouvoir discrétionnaire et qui, en cas de contestation, ne peuvent pas être soumises par la voie de conclusions à la cour pour qu'elle tranche et, d'autre part, les décisions qui peuvent bel et bien être attaquées devant la cour parce qu'elles se fondent non pas sur son pouvoir discrétionnaire, mais sur son pouvoir de diriger l'instruction à l'audience et les débats.
In dit verband moet er een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds de beslissingen die de voorzitter krachtens zijn discretionaire macht neemt en die in geval van betwisting niet door middel van conclusies ter beslechting aan het hof kunnen worden voorgelegd, en anderzijds de beslissingen die wel voor het hof kunnen worden aangevochten omdat ze niet op zijn discretionaire macht zijn gebaseerd maar op zijn bevoegdheid inzake de leiding van het onderzoek ter zitting en van de debatten.