Le frein que constitue la possession d'état est en effet logique et voulu par le législateur, soucieux de préserver la sécurité juridique offerte par la famille, protégée par son cadre légal qui ne saurait être remise en question par un tiers pendant une période largement supérieure à celle permise aux membres mêmes de la cellule familiale.
De rem die het bezit van staat vormt, is immers logisch en gewild door de wetgever, die de zorg had de rechtszekerheid te vrijwaren die geboden wordt door het gezin, dat beschermd wordt door het wettelijke kader ervan en, in een periode die veel langer is dan die waarover de gezinsleden beschikken, niet door een derde in het geding zou kunnen worden gebracht.