Le législateur pouvait en principe estimer qu'il n'était pas souhaitable de déterminer expressément la manière dont les données à caractère personnel doivent être transmises dans le cadre d'une communication, afin de permettre ainsi aux services compétents de tenir compte des évolutions techniques en la matière.
De wetgever vermocht in beginsel van oordeel te zijn dat het niet aangewezen was uitdrukkelijk te bepalen op welke wijze de persoonsgegevens, in geval van een mededeling, moeten worden doorgezonden, om aldus de bevoegde diensten toe te laten rekening te houden met de evoluties die zich ter zake voordoen op technisch vlak.