S'agissant des employeurs, l'obligation de payer un salaire à temps plein, fondée sur une présomption de prestations de travail à temps plein qu'ils ne peuvent en aucun cas renverser, constitue une sanction qui - s'ajoutant aux droits et obligations réciproques des employeurs et des travailleurs qui résultent du contrat de travail - n'est pas raisonnablement proportionnée au but poursuivi par la loi, compte tenu du fait que la même loi a prévu des mesures de sanction à l'égar
d des employeurs en soumettant, à l'article 172, 4°, à une peine d'empr
isonnement et à des amendes les emplo ...[+++]yeurs restés en défaut et, s'agissant de la perception et du recouvrement des cotisations de sécurité sociale, en complétant, dans son article 181, la loi du 27 juin 1969 révisant l'arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des travailleurs par un article 22ter aux termes duquel « à défaut de publicité des horaires, les travailleurs à temps partiel seront présumés avoir effectué leurs prestations dans le cadre d'un contrat de travail à temps plein ».Ten aanzien van de werkgevers houdt de verplichting om een voltijds loon te betalen, steunend op een vermoeden van voltijdse arbeidsprestaties dat zij in geen enkel geval mogen weerleggen, een sanctie in die - in haar toevoeging aan de uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende wederzijdse rechten en plichten van werkgevers en werknemers - met het door
de wet nagestreefde doel niet in een redelijke verhouding is, ermee rekening houdend dat dezelfde wet in maatregelen van bestraffing van de werkgevers heeft voorzien door in artikel 172, 4°, de bedoelde nalatige werkgevers aan gevangenisstraf en geldboete te onderwerpen en, wat de inning en
...[+++] invordering van de sociale-zekerheidsbijdragen betreft, door in artikel 181 de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders aan te vullen met een artikel 22ter, naar luid waarvan « bij ontstentenis van openbaarmaking van de werkroosters, [.] de deeltijdse werknemers [worden] vermoed arbeid te hebben verricht in het kader van een arbeidsovereenkomst voor voltijdse arbeid ».