5. Si aucune des situations visées au paragraphe 3, point a), b) ou c), ne se produit, l'autorité de résolution met fin à l'activité de l'établissement-relais au terme de la période de deux ans suivant la date du dernier transfert depuis un établissement soumis à résolution effectué dans le cadre de l'instrument de l'établissement-relais.
5. Indien geen van de in lid 3, onder a), b) en c), bedoelde situaties zich voordoet, beëindigt de afwikkelingsautoriteit de werking van een overbruggingsinstelling aan het einde van de tweejarige termijn volgend op de datum waarop de laatste overdracht vanuit een instelling in afwikkeling uit hoofde van het instrument van de overbruggingsinstelling plaatvond.