CHAPITRE III. - Disposition uniquement applicable a la competence en matiere du recouvrement d'astreintes Art. 22. § 1. Sans préjudice des motifs d'irrecevabilité visés à l'article 6.1.21, § 2 du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, la demande motivée de recouvrement partiel ou de suspension temporaire du recouvre
ment d'un astreinte sous peine d'irrecevabilité, visée à l'article 6.1.21, § 1, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire comprend : 1° le nom, la qualité, le domicile ou le siège du demandeur; 2° l'objet de la demande; 3° l'identification cadastrale au moment de la demande d'avis de la par
...[+++]celle à laquelle la condamnation principale a trait; 4° une copie du jugement passé en force de chose jugée ou l'arrêt par lequel la peine d'astreinte a été rendue; 5° un exposé de l'historique réelle et juridique depuis que le jugement à la peine d'astreinte est passé en force de chose jugée. 6° un exposé des motifs pour lesquels le recouvrement partiel et/ou la suspension temporaire du recouvrement d'une astreinte est demandé; 7° un aperçu des actes effectués par le contrevenant et des engagements conclus en vue d'une exécution correcte de la condamnation principale dans le sens de l'article 6.1.21, § 1, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire; 8° une analyse motivée de l'environnement comprenant les effets des infractions aux droits de tiers et à l'aménagement local, notamment le niveau d'un bon aménagement du territoire des parcelles avoisinantes qui serait atteint s'il n'y avait pas eu de dégâts suite à un délit, visé à l'article 6.1.1 du Code flamand de l'Aménagement du Territoire; 9° un reportage photographique à l'appui de la demande; 10° les preuves de paiement et l'indication des périodes auxquelles ces paiements ont trait; 11° un exposé quant à la question si le demandeur est sorti de l'illégalité au moment de la demande, ou bien s'il en sortira dans un avenir proche; 12° un exposé dans lequel le demandeur explique : a) si les f ...HOOFDSTUK III. - Bepaling enkel van toepassing op de bevoegdheid inzake de invordering van dwangsommen Art. 22. § 1. Onverminderd de in artikel 6.1.21, § 2, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalde gronden van onontvankelijkheid, bevat het in artikel 6.1.21, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bedoeld gemotiveerd verzoek tot gedeeltelijke invordering of tijdelijke opschorting van de invordering van een dwangsom op straffe van onontvankelijkheid : 1° de naam, hoedanigheid, woonplaats of zetel van de verzoeker; 2° het voorwerp van het verzoek; 3° de kadastrale identificatie op het ogenblik van de adviesaanvraag van het perceel waarop de hoofdveroordeling betrekking heeft; 4° een afschrift van het in kracht va
n gewijsde ...[+++] getreden vonnis of het arrest waarbij de dwangsom werd uitgesproken; 5° een uiteenzetting van de feitelijke en juridische historiek sinds het in kracht van gewijsde treden van de veroordeling tot de dwangsom; 6° een uiteenzetting van de motieven waarom de gedeeltelijke invordering en/of de tijdelijke opschorting van de invordering van een dwangsom wordt gevraagd; 7° een overzicht van de door de overtreder gestelde handelingen en genomen engagementen met het oog op een correcte uitvoering van de hoofdveroordeling in de zin van artikel 6.1.21, § 1, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 8° een gemotiveerde omgevingsanalyse bevattende de weerslag van de inbreuken op de rechten van derden en op de plaatselijke ordening, zijnde het niveau van de goede ruimtelijke ordening van naburige percelen dat zou worden behaald indien zich geen schade als gevolg van een misdrijf, vermeld in artikel 6.1.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zou hebben voorgedaan; 9° een fotoreportage ter ondersteuning van het verzoek; 10° de bewijzen van betaling en de aanduiding van de perioden waarop die betalingen betrekking hebben; 11° een uiteenzetting omtrent de vraag of de verzoeker op het ogenblik van het verzoek uit de onwettigheid is ...