B. considérant que, le 1 décembre 2013, le nouveau projet de constitution égyptienne a été
approuvé pour être soumis à référendum par le comité constitutionnel, qui se compose de 50 experts, dont un large éventail de dirigeants politiques et religieux, sans toutefois compter de représentants des Frères musulmans; que le référendum sur la constitution s'est tenu les 14 et 15 janvier 2014 avec une participation de 38,6 % des électeurs, dont 98,1 % se sont prononcés en faveur du projet; que, selon une déclaration de la VP/HR Catherine Ashton, "l'Union européenne n'est pas en mesure d'évaluer de manière approfondie la conduite du référendu
...[+++]m ni de vérifier les irrégularités qui auraient été commises, mais celles-ci ne semblent pas avoir fondamentalement affecté le résultat"; B. overwegende dat op 1 december 2013 de nieuwe Egyptische ontwerpgrondwet voor o
nderwerping aan een referendum is goedgekeurd door de Constitutionele Commissie, bestaande uit vijftig deskundigen waaronder een groot aantal politieke en religieuze leiders maar geen vertegenwoordiger van de Moslimbroederschap; overwegende dat op 14 en 15 januari 2014 het referendum over de grondwet plaatshad, met een opkomst die 38,6 % bedroeg waarvan 98,1 % vóór de grondwet stemde; overwegende dat de EU volgens een verklaring van VV/HV Catherine Ashton niet in een positie verkeert om een grondige beoordeling te geven van de manier waarop het referendum
...[+++]is gehouden of om meldingen van onregelmatigheden te controleren, maar dat de eventuele onregelmatigheden het resultaat niet fundamenteel lijken te hebben beïnvloed;