Lorsque la saisie de données ou matériels classifiés est effectuée conformément à l'article 51 de la loi du 18 juillet 1991 organique du contrôle des services de police et de renseignement et si le chef de corps ou son remplaçant estime que la saisie est de nature à constituer une menace pour l'exercice des missions visées aux articles 7, §§ 1 et 2, et 9, §§ 1 et 2, la question est soumise au président du Comité permanent R qui statue. »
Wanneer de inbeslagneming van geclassificeerde gegevens of voorwerpen wordt verricht overeenkomstig artikel 51 van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten, en de korpschef of zijn plaatsvervanger van oordeel is dat de inbeslagneming van die aard is dat zij een bedreiging vormt voor de uitoefening van de opdrachten bedoeld in de artikelen 7, §§ 1 en 2, en 9, §§ 1 en 2, wordt de kwestie voorgelegd aan de voorzitter van het Vast Comité I die uitspraak doet».