Les États membres, afin de maintenir ou d’améliorer les niveaux de sécurité existants, veillent à ce que, dans le cadre d’un processus de gestion de la sécurité, une évaluation de la sécurité, avec identification des dangers, évaluation et atténuation des risques, soit effectuée avant toute modification de l’application du concept de gestion souple de l’espace aérien.
Om de bestaande veiligheidsniveaus te handhaven of te verhogen zorgen de lidstaten ervoor dat in het kader van een veiligheidsbeheersproces een veiligheidsevaluatie, die mede risico-inventarisatie, -evaluatie en –vermindering omvat, wordt uitgevoerd voordat enige wijziging in de toepassing van het flexibel gebruik van het luchtruim wordt aangebracht.