1) Lorsque des informations recueillies dans un ou plusieurs États membres ou provenant d'autres sources autorisées donnent à penser qu'un événement est probable, l'autorité compétente chargée des mesures de protection de la santé publique dans chaque État membre informe sans retard, par l'intermédiaire du réseau, ses homologues d'autres États membres et la Commission des circonstances et du contexte.
(1) Indien op basis van informatie uit een of meer lidstaten, of uit andere erkende bronnen, het vermoeden ontstaat van het bestaan van een geval, stelt de bevoegde autoriteit die in elke lidstaat verantwoordelijk is voor het vaststellen van maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid, via het netwerk, de collega's in de andere lidstaten en de Commissie onverwijld in kennis van de omstandigheden en de achtergrond.