La partie requérante dans l'affaire n° 5967 soutient qu'en ce que le législateur décrétal impose aux établissements pour aînés constitués sous la forme de sociétés commerciales de compter parmi les membres de leur organe de gestion au maximum deux tiers de personnes de même sexe, il empiéterait sur la compétence réservée au législateur fédéral par l'article 6, § 1 , VI, alinéa 5, 5°, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, dans la matière du droit commercial et du droit des sociétés.
De verzoekende partij in de zaak nr. 5967 voert aan dat de decreetgever, in zoverre hij aan de inrichtingen voor bejaarde personen die in de vorm van handelsvennootschappen zijn opgericht, de verplichting oplegt om onder de leden van hun beheersorgaan hoogstens twee derde personen van hetzelfde geslacht te tellen, inbreuk zou maken op de bevoegdheid die bij artikel 6, § 1, VI, vijfde lid, 5°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, voorbehouden is aan de federale wetgever in de aangelegenheid van het handelsrecht en van het vennootschapsrecht.