« L'article 2, § 6 [lire : article 2, 2°], de la loi du 13 août 2011 - modifiant le Code d'instruction criminelle et la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive afin de conférer des droits, dont celui de consulter un avocat et d'être assistée par lui, à toute personne auditionnée et à toute personne privée de liberté - qui introduit un article 47bis, § 6, dans le Code d'instruction criminelle, interprété comme s'appliquant immédiatement au litige en cours et en tant q
ue les déclarations auto-incriminantes peuvent être utilisées comme élément corroborant d'autres éléments de preuves, viole-t-il les articles 12, alinéa 2,
...[+++]et 13 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 6 et 7 de la Convention européenne des droits de l'homme et l'article 15 du Pacte international relatif aux droits civils et politiques ?« Schendt artikel 2, § 6 [lees : artikel 2, 2°], van de wet van 13 augustus 2011 - tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te worden bijgestaan -, dat een artikel 47bis, § 6, invoert in het Wetboek van strafvordering, in die zin geïnterpreteerd dat het onmiddellijk van toepassing is op het hangende geschil en in zoverre de zelfincriminerende verklaringen kunnen worden gebruikt als gegeven dat andere bewijselementen versterkt, de artikelen 12, tweede lid, en 13 van
de Grondwet, al dan ...[+++]niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 7 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten ?