Ces frais professionnels comprennent principalement, outre les frais de voiture, des amortissements «dégressifs» ou dépréciations au sens des articles 52, 6° 61, premier alinéa, et 64 CIR 1992 qui ont trait au mobilier spécifiquement destiné au bureau, aux aménagements ou machines en bureautique qui sont exclusivement utilisés à domicile à des fins professionnelles par des magistrats, des cadres, des fonctionnaires ou des enseignants, et ne sont en aucune façon cédés à des tiers.
Die beroepskosten omvatten naast autokosten voornamelijk ook «degressieve» afschrijvingen of waardeverminderingen in de zin van de artikelen 52, 6° 61, eerste lid, en 64 WIB 1992 die betrekking hebben op specifiek bureelmeubilair, kantoorinrichtingen of -machines die als magistraat, kaderlid, ambtenaar of onderwijzer thuis uitsluitend beroepsmatig worden aangewend en absoluut niet aan derden worden afgestaan.