Outre la thèse selon laquelle les objectifs de développement et objectifs finaux définis par l'autorité doivent en soi permettre un projet pédagogique
propre, à savoir : sans l'obligation d'invoquer une dérogation à cette fin (voir ci-avant), le Conseil d'Etat se pose aussi des questions quant à la distinction entre des concepts pédagogi
ques et éducatifs « spécifiques » et des concepts « normaux » : « L'utilisation du mot « spécifique » laisse entendre que les formes d'enseignement visées dérogent aux concepts pédagogiques et édu
catifs « n ...[+++]ormaux », lesquels ne sont toutefois définis nulle particle Par ailleurs, comme nous l'avons souligné ci-avant, le droit à un projet pédagogique propre découle du principe de liberté de l'enseignement, de sorte que la distinction entre des concepts pédagogiques « normaux » et « spécifiques » devrait de toute manière être remise en question» (32)Naast de stelling dat de door de overheid vastgelegde ontwikkelingsdoelen en eindtermen op zich een eigen pedagogisch project mogelijk moeten maken, d.w.z. zonder de noodzaak hiervoor een beroep te moeten doen op een afwijking (zie hoger), stelt de Raad van State zich ook vragen bij het gemaakte onderscheid tussen « bijzondere »
en « normale » pedagogische en onderwijskundige opvattingen : « Het gebruik van het woord « bijzonder » laat verstaan dat bedoelde onderwijsvormen afwijken van de « normale » pedagogische en onderwijskundige opvattingen, welke evenwel nergens terug te vinden zijn. Overigens volgt, zoals reeds gezegd, uit het begi
...[+++]nsel van de vrijheid van onderwijs het recht op een eigen opvoedkundig project, zodat het maken van een onderscheid tussen « normale », en « bijzondere » pedagogische opvattingen hoe dan ook in vraag moet worden gesteld» (32)