Selon moi, cette affirmation semble être en contradiction avec, entre autres, votre réponse à la question parlementaire nº 2-632 (Questions et Réponses 2-20, p. 929) du sénateur M. Van Quickenborne du 9 mai 2000 : « il peut généralement être admis que les plus-values qu'une personne physique réalise, en dehors de l'exercice d'une activité professionnelle, lors de la cession de valeurs de portefeuille, résultent de la gestion normale d'un patrimoine privé lorsque ces opérations ne sont pas effect
uées dans un but de spéculation et qu'elles n'acquièrent pas, par leur fréquence, le caractère d'une oc
...[+++]cupation lucrative » et avec le commentaire administratif (Com.D
eze stelling blijkt myns inziens in strijd te zijn met onder meer uw antwoord op de parlementaire vraag nr. 2-632 (Vragen en Antwoorden 2-20, blz. 929) van senator Van Quickenborne van 9 mei 2000 : « in het algemeen mag worden aangenomen dat de meerwaarden die een natuurlijke persoon buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid verwezenlijkt bij de verkoop van portefeuillewaarden, voortvloeien uit het normale beheer van een privé-vermogen, wanneer die ver
richtingen niet met speculatieve bedoeling geschieden en ze niet door herha
...[+++]ling de aard van een winstgevende bezigheid verkrijgen » en met de administratieve commentaar (Comm.