Art. 3. Aux gérants n'effectuant pas des prestations de travail normales en vertu de l'article 10 de la convention collective de travail du 5 novembre 2002 relative à la classification des fonctions, il est toutefois garanti un revenu minimum mensuel moyen qui est calculé en appliquant sur le montant du revenu visé à l'article précédent le diviseur 2,5 lorsque le chiffre d'affaires mensuel (à l'indice 115,57, pivot de la tranche de stabilisation 114,43-115,57-116,73, base 1996 = 100) est inférieur à 9.564,84 EUR et le diviseur 2 lorsque ce chiffre est supérieur à 9.564,84 EUR.
Art. 3. Aan de filiaalhouders die krachtens artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 betreffende de functieclassificatie geen normale arbeidsprestaties verrichten, wordt evenwel een gemiddeld minimummaandinkomen verzekerd dat wordt berekend door op het in voorgaand artikel bedoelde inkomensbedrag de deler 2,5 toe te passen wanneer de maandelijkse omzet (tegen index 115,57, spil van de stabilisatieschijf 114,43-115,57-116,73, basis 1996 = 100) lager is dan 9.564,84 EUR en de deler 2 wanneer deze omzet hoger is dan 9.564,84 EUR.