1. Si l’accès à une profession réglementée dans l’État membre d’origine est subordonné à l’accomplissement d’un stage professionnel, l’autorité compétente de l’État membre d’origine reconnaît, lorsqu’elle examine une demande d’autorisation d’exercer la profession réglementée, les stages professionnels effectués dans un autre État membre sous réserve que le stage soit conforme aux lignes directrices publiées visées au paragraphe 2, et tient compte des stages professionnels effectués dans un pays tiers.
1. Indien de voor toegang tot een gereglementeerd beroep in de lidstaat van oorsprong een beroepsstage moet worden volbracht, erkent de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong, wanneer zij een verzoek om toelating om het gereglementeerde beroep uit te oefenen, in overweging neemt, beroepsstages die in een andere lidstaat gevolgd zijn, mits de stage in overeenstemming is met de in lid 2 bedoelde gepubliceerde richtsnoeren, en houdt zij rekening met een in een derde land gevolgde beroepsstage.