(23) Compte tenu du rôle essentiel des stations de compression de gaz dans la fiabilité et la sécurité de l'exploitation des réseaux nationaux de transport de gaz, ainsi que des contraintes particulières liées à leur modernisation, les États membres devraient pouvoir accorder plus de temps aux installations de combustion moyennes qui font fonctionner ces stations pour s'adapter aux valeurs limites pour les émissions d'oxydes d'azote énoncées dans la présente directive.
(23) Gezien de essentiële rol van gascompressiestations voor de betrouwbaarheid en de veilige exploitatie van nationale gastransmissienetwerken en de specifieke beperkingen die verband houden met hun upgrade, moet het voor de lidstaten mogelijk zijn aan middelgrote stookinstallaties die dergelijke stations aandrijven meer tijd te geven om zich aan te passen aan de emissiegrenswaarden voor stikstofoxiden die in deze richtlijn zijn vastgesteld.