Il est rompu en cas de faute grave du mandataire ou lorsque le mandat prend fin en cas de démission volontaire, d'absence pour congé de maladie de plus de six mois, après une évaluation " défavorable" visée à l'article 129, § 1, al. 2, du statut du ministère ou en cas de non-renouvellement du mandat visé à l'art. 129, § 2, alinéa 3 et 4, du statut du ministère.
Het wordt verbroken ingeval van zware fout van de mandataris of wanneer het mandaat wordt afgebroken bij vrijwillig ontslag, afwezigheid door ziekteverlof langer dan zes maanden, na een evaluatie " ongunstig" bedoeld in artikel 129, § 1, tweede lid, van het statuut van het ministerie of bij de niet-verlenging van het mandaat bedoeld in artikel 129, § 2, derde en vierde lid van het statuut van het ministerie.