Le projet de loi réformant les régimes d'incapacité et instaurant un nouveau statut de protection conforme à la dignité humaine a modifié l'article 628, 3º du Code judiciaire en spécifiant que le juge de la résidence ou, à défaut, du domicile de la personne à protéger, lorsqu'il s'agit d'une requête visée aux articles 490/1 à 490/3 ou 492/1 du Code civil était compétent.
Het wetsontwerp tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid heeft artikel 628, 3º van het Gerechtelijk Wetboek gewijzigd door te bepalen dat de rechter van de verblijfplaats of, bij gebreke daaraan, van de woonplaats van de te beschermen persoon, wanneer het een verzoek betreft bedoeld in de artikelen 490/1 tot 490/3 of 492/1, van het Burgerlijk Wetboek, tot kennisneming van de vordering bevoegd is.