18. constate que, en raison de la crise actuelle, il existe un certain nombre de priorités essentielles du programme communautaire de Lisbonne dont les institutions européennes devraient veiller à la mise en œuvre de toute urgence: stimuler la compétitivité régionale et locale, respect
er les règles de la concurrence et renforcer les politiques de protection des consommateurs pour rendre les marchés plus performants et plus équitables, tirer parti du marché unique, notamment dans le commerce de détails et les services; accélérer la mise en œuvre du Small Business Act, notamment l'adoption et la mise en œuvre rapides de la directive sur l
...[+++]e retard de paiement et du statut de l'entreprise privée européenne, activer la mise en œuvre de l'espace européen de la recherche et des propositions relatives à la "cinquième liberté" pour améliorer la libre circulation de la connaissance et de l'innovation en stimulant le transfert de connaissances dans les domaines de l'éducation, de la RD et de la production industrielle; et adopter le système efficace et économique du brevet communautaire et du tribunal du brevet communautaire, ce qui améliorerait de manière significative la compétitivité des entreprises européennes, faciliterait l'accès des entreprises aux sources de financement et stimulerait l'innovation; 18. stelt vast dat er in de huidige crisistoestand een aantal centrale prioriteiten van het programma van Lissabon van de Gemeenschap zijn waarvan de Europese instellingen dringender de uitvoering moeten nastreven: bevordering van regionaal en plaatselijk mededingingsvermogen en eerbiediging van de voorschriften van de mededingingswetgeving, bevordering van consumentenbeleid om markten doelmatiger en rechtvaardiger te maken, door de profiteren van de interne markt , vooral voor kleinhandel en dienstverlening; versnelde uitvoering van de wet op de kleine ondernemingen, vooral door spoedige aanneming en uitvoering van de betalingsachterstandrichtlijn en het statuut van de besloten vennootschap; snelle verwezenlijking van het Europees onderz
...[+++]oeksgebied en de voorstellen voor de "5e vrijheid" om het vrij verkeer van kennis en vernieuwing te verbeteren door de stimulering van kennisoverdracht in de driehoek onderwijs-onderzoek-vernieuwing; en invoering van een Gemeenschapsoctrooi tegen redelijke kosten en een octrooigerecht voor de EU, die de concurrentiemogelijkheden van het Europees bedrijfsleven en de beschikbaarheid van kapitaal aanzienlijk zouden verbeteren door de beschikbaarheid van financiering voor bedrijven te vergemakkelijken en de vernieuwing stimuleren;