33. souligne ses vives inquiétudes face aux travaux en cours au sein du comité de la convention cybercriminalité du Conseil de l'Europe sur l'interprétation de l'article 32 de la convention cybercriminalité du 23 novembre 2001 (convention de Budapest) concernant l'accès transfrontalier à des do
nnées informatiques stockées avec autorisation ou lorsque le public peut les consulter, et s'oppose à la conclusion de tout protocole additionnel et à la formulation de toute orientation visant à élargir le champ d'application de cette disposition au-delà du régime établi par la convention, qui constitue déjà une exception de taille au principe de
...[+++]territorialité, en ce qu'il pourrait donner aux autorités répressives la possibilité d'accéder librement à distance aux serveurs et aux systèmes informatiques situés dans d'autres juridictions sans avoir recours aux accords multilatéraux et aux autres instruments de coopération judiciaire mis en place pour garantir les droits fondamentaux des personnes physiques, y compris la protection des données et l'application régulière de la loi, et notamment la convention n° 108 du Conseil de l'Europe; 33. benadrukt zijn ernstige bezorgdheid over de werkzaamheden die binnen de Raad van Europa door het Comité van deskundigen inzake criminaliteit in de cyberruimte zijn verricht met betrekking tot artikel 32 van het Verdrag inzake de bestrijding van strafbare feiten verbonden met elektronische netwerken van 23 november 2001 (Verdrag van Boedapest) betreffende grensoverschrijdende toegang tot opgeslagen computergegevens waarvoor toestemming is verleend of die openbaar zijn, en verzet zich tegen de eventuele aanneming van een aanvullend protocol of richtsnoer waarmee wordt beoogd de werkingssfeer van deze bepaling uit te breiden ten opzichte van de bij dit v
erdrag vastgestelde bestaande ...[+++] regeling, die reeds in een grote uitzondering op het territorialiteitsbeginsel voorziet, aangezien dit tot ongecontroleerde toegang op afstand door wetshandhavingsautoriteiten tot servers en computers in andere jurisdicties kan leiden zonder dat een beroep hoeft te worden gedaan op overeenkomsten voor wederzijdse rechtshulp of andere instrumenten voor justitiële samenwerking, met name Verdrag 108 van de Raad van Europa, die ingesteld zijn om de grondrechten van het individu, met inbegrip van gegevensbescherming en een behoorlijke rechtsgang, te waarborgen;