Dans le cadre du premier moyen, il a déjà été observé (B.6.3) que, même dans un système de représentation strictement proportionnel, on ne saurait éviter le phénomène des « voix perdues » et que le législateur qui a choisi un système de représentation proportionnelle peut y apporter des limitations raisonnables afin de garantir le bon fonctionnement des institutions démocratiques.
Naar aanleiding van het eerste middel is reeds opgemerkt (B.6.3) dat zelfs in een stelsel van volstrekt evenredige vertegenwoordiging, het verschijnsel van de « verloren stemmen » niet kan worden vermeden en dat de wetgever die voor een stelsel van evenredige vertegenwoordiging heeft gekozen, daarop redelijke beperkingen vermag aan te brengen om de goede werking van de democratische instellingen te waarborgen.