Si le législateur a pu, dans un objectif de sécurité publique, décider d'encadrer la détention d'armes à feu par des conditions strictes, compte tenu des dangers potentiels liés à la détention d'armes à feu avec munitions, la limitation des motifs légitimes justifiant la détention d'une arme sans munitions - et par conséquent, une arme dont le danger potentiel est objectivement réduit - qui découle de l'article 11, § 3, 9°, n'est pas pertinente et est disproportionnée aux objectifs poursuivis.
Hoewel de wetgever, met het oog op de openbare veiligheid, vermocht te beslissen het voorhanden hebben
van vuurwapens aan strikte voorwaarden te onderwerpen, gelet op het mogelijke gevaar verbonden aan het voorhanden hebben van vuurwapens met munitie, is de beperking van de wettige redenen ter verantwoording van het voorhanden hebben van een wapen zonder munitie - en bijgevolg van een wapen waarvan h
et mogelijke gevaar objectief gezien beperkt is - die voortvloeit uit a
rtikel 11, § 3, 9°, niet ...[+++] pertinent en niet evenredig met de nagestreefde doelstellingen.