22. souligne que les femmes roms subissent de multiples formes de discrimination (fondée sur l'origine raciale, ethnique et sur le sexe) et sont plus sujettes à la pauvreté et à l'exclusion sociale, ce qui rend nécessaire l'élaboration d'une approche globale pour répondre à ces problèmes; estime que les femmes roms, en particulier, subissent des préjudices dans de nombreux pays: absence de citoyenneté, accès limité à un enseignement de qualité, mauvaises conditions de vie, impossibilité d'accéder aux services de santé, fort taux de chômage, et faible degré de participation à la vie politique et publique;
22. benadrukt dat Romavrouwen bloot staan aan meervoudige discriminatie (ras, etniciteit, geslacht) en kwetsbaarder zijn voor armoede en sociale uitsluiting, en dat daarom voor deze problemen een gedifferentieerde aanpak ontwikkeld moet worden; wijst erop dat met name Romavrouwen in veel landen met vooroordelen worden geconfronteerd, nadelen ondervinden omdat zij geen burgerstatus hebben, minder toegang hebben tot goed onderwijs, geconfronteerd worden met slechte leefomstandigheden, gebrek aan toegang tot gezondheidszorg, hoge werkeloosheid, en een nauwelijks participeren in het politieke en openbare leven van de samenleving;