Ainsi, la Banque mondiale (2) reconnaît que, entre 1990 et 1999, le nombre de pauvres « absolus » (ceux qui survivent avec moins d'un dollar par jour — en parité de pouvoir d'achat) a augmenté en Afrique subsaharienne (74 millions d'indigents supplémentaires), en Amérique latine (9 millions supplémentaires) et dans l'ex-bloc soviétique (20 millions supplémentaires).
Zo erkent de Wereldbank (2) dat tussen 1990 en 1999 het aantal « absolute » armen (die overleven met minder dan 1 dollar per dag) gestegen is in het Afrika ten zuiden van de Sahara (74 miljoen meer hulpbehoevenden), in Latijns-Amerika (9 miljoen meer) en in de vroegere Sovjetunie (20 miljoen meer).
