19. appuie les conclusions du Conseil du 7 juin 2001 selon lesquelles les entreprises devraient se voir imposer la responsabilité de réunir toutes les connaissances et données nécessaires pour garantir la sécurité des substances chimiques (responsabilité d'agir avec prudence), indépendamment du volume de production, voire même de l'obligation ou non de fournir des informations.
19. onderschrijft de conclusies van de Raad van 7 juni 2001 dat de producenten in het algemeen verplicht moeten worden te zorgen voor voldoende kennis en tot het nemen van de maatregelen die, ongeacht de geproduceerde hoeveelheid en ook al zijn aan de informatie geen bijzondere eisen gesteld, vereist zijn om de veiligheid van chemische stoffen te waarborgen (voorzorgsplicht).