3. Lorsque la substance active est approuvée et remplit l'un des critères énoncés à l'article 10, paragraphe 1, du règlement (UE) no 528/2012, elle est identifiée comme une substance dont la substitution est envisagée dans le règlement adopté en vertu de l'article 89, paragraphe 1, premier alinéa, dudit règlement.
3. Wanneer de werkzame stof wordt goedgekeurd en voldoet aan één van de criteria van artikel 10, lid 1, van Verordening (EU) nr. 528/2012, moet de stof in de verordening die wordt vastgesteld krachtens artikel 89, lid 1, eerste alinea, van die verordening, worden aangemerkt als een stof die in aanmerking komt voor vervanging.