39. souligne que la thérapie de substitution hormonale peut certes adoucir les symptômes de la ménopause, assurer la dureté des os chez les femmes et réduire le risque de cancer du colon; insiste toutefois sur le fait que la thérapie de substitution hormonale augmente considérablement les risques de maladies cardiovasculaires et de cancers du sein; demande donc à la Commission et aux États membres de veiller à accorder une plus grande attention aux avantages et aux inconvénients de la thérapie de substitution hormonale pour les problèmes liés à la menstruation et à la ménopause et à examiner les autres traitements disponibles;
39. wijst erop dat de hormoonvervangingstherapie weliswaar de symptomen van de menopauze kan verlichten, de bothardheid bij de vrouw constant kan houden en het darmkankerrisico kan verminderen; onderstreept echter ook dat de hormoonvervangingstherapie de kans op een hart- of vaatziekte en borstkanker duidelijk vergroot; dringt er daarom bij de Commissie en de lidstaten op aan ervoor te zorgen dat in sterkere mate wordt gewezen op de voor- en nadelen van de hormoonvervangingstherapie bij problemen in verband met menstruatie en overgangsjaren en dat onderzoek wordt gedaan naar alternatieven;
