4. souligne que le développement économique ne doit pas être synonyme de répétition des pratiques polluantes des pays industrialisés; appelle de ses vœux un renforcement de la création des capacités énergétiques durables et de la coopération technologique; souligne les avantages potentiels que comportent, pour les pays en développement, l'accès aux technologies qui ont été mises au point ou sont en train de l'être par l'Union européenne, ainsi que l'accès aux programmes mis en œuvre par celle-ci dans le domaine de la production d'énergie et de la maîtrise de la demande; demande que des partenariats énergéti
ques dotés de fonds suffisants soient ...[+++] mis en place avec des pays tels que la Chine et l'Inde
, où l'augmentation rapide des émissions de gaz à effet de serre constitue une menace sérieuse pour la stabilité du climat, et, partant, le développement; estime que ces partenariats devraient viser à promouvoir le développement durable dans les pays en développement et ne sauraient se substituer à la coopération au développement, ni être pris en compte dans les objectifs que l'UE s'est fixés en matière d'aide au développement;
4. benadrukt dat econo
mische ontwikkeling niet hoeft te beteken dat de vervuilende praktijken van de geïndustrialiseerde landen worden overgenomen; vraagt extra capaciteitsopbouw en technologische samenwerking op het gebied van duurzame energie; benadrukt de potentiële voordelen voor ontwikkelingslanden van toegang tot de technologie die door de Europese Unie is ontwikkeld of wordt ontwikkeld en tot de EU-programma's op het gebied van energieopwekking en beheer van de vraagzijde; vraagt dat voldoende gefinancierde energiepartnerschappen worden ingesteld met landen als China en India, waar de snel toenemende broeikasgasemissies een gro
...[+++]ot gevaar voor de stabiliteit van het klimaat en dus voor ontwikkeling inhouden; is van mening dat deze partnerschappen als doel moeten hebben voor duurzame ontwikkeling te zorgen en dat zij noch de ontwikkelingssamenwerking mogen vervangen, noch mogen meetellen voor de doelstellingen op het gebied van hulp waartoe de EU zich heeft verplicht;