Art. 13. A l'article 72, § 1 , de la même loi, les modifications suivantes sont apportées : 1° l'alinéa 1 est
remplacé par ce qui suit : "Les établissements de crédit ne peuvent consentir, directement ou indirectement, des prêts, des crédits ou des garanties
: 1° aux membres de leur organe légal d'administration et aux membres de leur comité de direction ou, en l'absence de comité de direction, aux personnes chargées de la direction effective; 2° aux personnes visées à l'article 9 ainsi qu'aux membres de leurs différents organes et
...[+++]aux personnes participant à leur direction effective; 3° aux entreprises ou institutions dans lesquelles les personnes visées aux 1° détiennent une participation qualifiée ou exercent une fonction visée au 1° ; 4° aux personnes apparentées aux personnes visées aux 1°". 2° le paragraphe est complété par un alinéa 4, rédigé comme suit : "Les notifications à l'organe légal d'administration et à l'autorité de contrôle visées aux alinéas 1 et 2 ne doivent pas avoir lieu si l'ensemble des prêts, des crédits ou des garanties consentis à une personne, une entreprise ou une institution donnée ne dépasse pas le montant de 100.000 euros".Art. 13. In artikel 72, § 1, van dezelfde wet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen als volgt : "Kredietinstellingen mogen rechtstreeks of onrechtstreeks leningen, kredieten of borgstellingen verlenen : 1° aan de leden van hun wettelijk bestuursorgaan en de leden van hun directiecomité of, bij ontstentenis van een directiecomité, aan de personen belast met de effectieve leiding; 2° aan de in artikel 9 bedoelde personen evenals aan de leden van hun verschillende organen en aan de personen die deelnemen aan hun effectieve leiding; 3° aan de ondernemingen of instellingen waarin de in 1° bedoelde personen een gekwalificeerde deelneming bezitten of een functie zoals bedoeld in 1° uitoefenen; 4° aan p
...[+++]ersonen die verbonden zijn met de in 1° bedoelde personen.; 2° de paragraaf wordt aangevuld met een vierde lid, luidende : "De in het eerste en tweede lid bedoelde kennisgevingen aan het wettelijk bestuursorgaan en de toezichthouder dienen niet plaats te vinden wanneer het geheel van leningen, kredieten of borgstellingen aan een bepaalde persoon, onderneming of instelling het bedrag van 100.000 euro niet overschrijdt".