Art. 8. Les ouvriers âgés de moins de 19 ans qui suivent les cours de perfectionnement professionnel en " Mécanique-Electricité ou Débiteuse" ou d'autres cours en rapport avec leur activité professionnelle reçoivent, pendant la période maximum de quatre années que durent ces cours, un supplément horaire de 0,1962 EUR à l'indice 114,21 payable mensuellement, pour autant qu'ils fassent preuve d'une assiduité égale à 80 p.c. des heures que comporte l'horaire des cours de l'école industrielle.
Art. 8. De werklieden die minder dan 19 jaar oud zijn die cursussen ter vervolmaking volgen in " Mechanica-Elektriciteit of Steenzagerij" , of andere cursussen welke met hun beroepsbezigheden in verband staan, bekomen gedurende hoogstens vier jaar (duur van deze cursussen) een bijslag van 0,1962 EUR per uur aan het indexcijfer 114,21 maandelijks betaalbaar, voor zover zij de lessen die voorkomen op het lessenrooster van de nijverheidsschool, voor 80 pct. hebben gevolgd.