VI. -Dispositions communes Art. 12. Les employés qui font partie des caté
gories de personnes suivantes ne peuvent se prévaloir des mesures contenues dans la convention collective de travail n° 103 et des dispositions de la présente convention collective de travail, que moyennant accord préalable de leur employeur : - le personnel de direction, tel que défini à l'article 4, 4° de la loi du 4 décembre 2007 relative aux élections sociales; - le personnel de confiance, tel que visé par l'arrêté royal du 10 février 1965 désignant les personnes investies d'un poste de direction ou de confiance dans les s
ecteurs privés de l' ...[+++]économie nationale, pour l'application de la loi sur la durée du travail.VI. - Gemeenschappelijke bepalingen Art. 12. Bedienden die deel uitmaken van volgende categ
orieën van personen kunnen slechts een beroep doen op de maatregelen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 103 en de bepalingen van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, mits voorafgaand akkoord van hun werkgever : - het leidinggevend personeel, zoals gedefinieerd in artikel 4, 4° van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen; - het vertrouwenspersoneel dat bedoeld wordt in het koninklijk besluit van 10 februari 1965 tot aanwijzing van de personen die met een leidende functie of met een vertrouwenspost zijn
...[+++] bekleed in de particuliere sectors van 's lands bedrijfsleven, voor de toepassing van de wet betreffende de arbeidsduur.