A
u contraire, en tant qu'il est uniquement que
stion d'une épreuve complémentaire (article 24, alinéa 2, en projet), sans préciser si cette épreuve est comparative, et en tant qu'il est prévu que le ministre concerné ou son délégué motive son choix (article 24, alinéa 3, en projet), on ne peut qu'en conclure que le ministre ou son délégué dispose d'un droi
t d'appréciation au sujet du candidat à nommer, évidemment après comparaison d
...[+++]es titres et des mérites des candidats retenus.
Integendeel, doordat enkel gewag wordt gemaakt van een bijkomende proef (ontworpen artikel 24, tweede lid), zonder te specificeren dat deze proef een vergelijkend karakter heeft, en doordat wordt bepaald dat de betrokken minister of zijn gemachtigde zijn keuze motiveert (ontworpen artikel 24, derde lid), kan niet anders dan te worden besloten dat de minister of zijn gemachtigde over een appreciatierecht met betrekking tot de te benoemen kandidaat beschikt, uiteraard na afweging van de titels en verdiensten van de in aanmerking komende kandidaten.